Honderd keer pop in je moerstaal (23)

Dit jaar schrijf ik een geschiedenis van de Nederlandstalige popmuziek in honderd chronologische stukjes, steeds geconcentreerd rondom één nummer. Vandaag deel 23.

1979 was het jaar van de Nederlandstalige rock, zo betoogde ik vorige week. We zijn dan ook nog niet klaar met de kersverse Nederlandstalige scene; vandaag gaan we gewoon verder waar we donderdag gebleven waren. Wel met een veel bekendere band: Drukwerk. Jazeker, Drukwerk, die band die begin 1982 een nummereenhit had met “Je loog tegen mij”. Wat heeft de groep achter die smartlap nou te maken met de buurthuizenscene die we vorige week leerden kennen?
  Alles. Als er één band is die aan dat profiel voldoet, is het wel Drukwerk. Van meet af aan in de eigen taal (het Amsterdams!), nooit gericht op commercieel succes, bandleden rooier dan hun eigen bloed en politieke teksten over alledaagse problemen die de jongeren in Amsterdam-Noord ondervinden. Oorspronkelijk heette de groep ook JAN: ‘Jongeren in Amsterdam-Noord’.

Heel karakteristiek is “Ik verveel me zo (in Amsterdam-Noord)”. De titel zegt bijna al genoeg. Het is een cover van Bob Dylans lied “A hard rain’s a-gonna fall”. Ik denk dat de meeste lezers het origineel wel kennen. Laten we het niettemin nog eens luisteren, allen al omdat het zo’n mooi nummer is.

Nu “Ik verveel me zo” van Drukwerk:

Het eerste dat opvalt is de muziek. Als ik het er niet bij had gezegd, zou je misschien niet meteen het origineel erin herkennen. Bob Dylan begeleidt zichzelf, zoals we van hem gewend zijn, op de gitaar, zonder band of orkest erachter. Bij Drukwerk horen we een hele band, inclusief keyboard. Elektronische instrumenten werden rond 1980 in hoog tempo beter en betaalbaarder; we zullen ze nog vaak genoeg horen.
  Een diepergaand verschil is de maatverandering. Het origineel staat in 6/8-maat, hier horen we een gesyncopeerde vierkwartsmaat. De folk wordt buiten de deur gehouden ten gunste van de pop. (Waar hebben we zoiets eerder gehoord? In aflevering 3, bij Ria Valk.)

Bob Dylan is het vleesgeworden linkse engagement. Dat zal vast belangrijk zijn geweest voor de communist Harry Slinger en zijn band. Toch tonen ze niet hetzelfde engagement. Dylan zingt in de van hem bekende poëtische stijl over het leed van de wereld: oorlog, ongelijkheid, leugens.
  Slinger zingt niet over het kapitaal of de neutronenbom, maar over heel concrete dingen uit zijn eigen omgeving. Amsterdam-Noord, het stadsdeel van de arme autochtonen, kampt met woningnood, werkeloosheid en een gebrek aan leuke dingen. Zonder omhaal van woorden noemt hij de problemen én de oplossingen:

     Waar we nu voor willen pleiten:
     Een eigen buurthuis met activiteiten,
     Zelfstandig wonen en arbeidsplaatsen,
     Een bioscoop, en dat niet als laatst,
     Want ik verveel, ik verveel, ik verveel, ik verveel,
     Ik verveel me zo in Amsterdam-Noord.

Je kunt je stem wel laten horen tegen het onrecht in de wereld, maar wat doe je eraan, als eenvoudig bandje? Drukwerk wil niet protesteren, Drukwerk wil de gemeente zover krijgen om tot actie te komen. Dat is geëngageerde muziek in de letterlijke zin: je inzetten om met een liedje iets gedaan te krijgen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.