Er ligt een nieuwe cd van Barbara Hannigan in de winkel. Altijd goed nieuws! Helemaal als ze daarop samenwerkt met orkest LUDWIG en het Berlage Saxofoonkwartet, twee Nederlandse geweldenaars van ensembles. Toch?
Mocht ze voor jullie nog introductie nodig hebben: Barbara Hannigan is een Canadese alleskunster die is opgeleid als zangeres – en zich als zodanig glansrijk door de moeilijkste moderne partituren heen werkt – maar er onderwijl van alles naast doet, zoals dirigeren. Ook schrikt ze er niet voor terug om in één concert allebei te doen. Kun je begrijpen dat ze het idool van iedere nieuwemuziekliefhebber is, en dat ik haar cd’s altijd blind koop.
En toch… toch heeft ze me met deze cd voor het eerst teleurgesteld.
Wat staat erop? De titel liegt niet: dansmuziek. Echt de stijldansen zoals onze ouders, grootouders en overgrootouders ze geleerd hebben. Repertoire dat we nu belegen vinden, maar waar men honderd jaar geleden heel hard op ging – omdat het nieuw was.
Ook ‘serieuze’ componisten gingen er hard op. Debussy schreef bijvoorbeeld een ragtime en Ravel een blues. Vaak zit zulke muziek nog wel onder heel wat vervreemdende lagen: er gaapt nog een flink gat tussen een blues van Ravel en een echte blues. Maar soms wordt de grens tussen ‘amusement’ en ‘kunst’ wel heel vaag. Bijvoorbeeld bij Kurt Weill, die met “Youkali” een smachtende en zeer dansbare tango afleverde.
Op deze cd staan allebei de soorten dansmuziek – kunstdansen en echte dansmuziek – maar de amusementsmuziek overheerst wel heel sterk. Quien sera (“de” chachacha), twee klassiekers van Glenn Miller en zelfs een walsje van Robert Stolz, de Weense kitschkeizer met wiens dood de wals- en operettecultuur definitief haar laatste adem uitblies. Het lijkt allemaal net een nostalgisch feestje voor mijn honderdjarige opa (op het arrangement van de Lambada na dan).
Is dat erg? Niet per se. Een groot kunstenaar zijn betekent ook: niet bang zijn om banaal te worden gevonden. Hannigan heeft zichzelf al meer dan genoeg bewezen met Berio, Ligeti, Van der Aa en noem ze maar op, die maakt zichzelf niet ongeloofwaardig als ze een keer naar musical grijpt. Maar het is wel een erg grote breuk met haar andere werk. Het had voor de hand gelegen, en mijns inziens ook beter gepast, als er wat meer nummers van het type-Youkali op hadden gestaan. De keuze is reuze. Van Satie tot Stravinski, talloze componisten hebben zich in de eerste helft van de twintigste eeuw laten inspireren door circus, café en cabaret. Waarom dan naar Miller en Stolz grijpen?
Hannigans stem lijkt ook niet optimaal bij het repertoire te passen. Haar operasopraan komt eigenlijk alleen tot zijn recht in “Youkali”. In een nummer als “Fluffy Ruffles” klinkt hij al bijna belachelijk. En dat is zonde, want dit titelnummer van een vergeten musical uit begin vorige eeuw is een hele ontdekking. Ik snap het ook niet goed, want als zangeres van Nieuwe Muziek heeft Hannigan op duizend-en-een manieren leren zingen. Dan kun je toch ook wel een lichtemuziekstem gebruiken? Of was dit, zelfs bij musical, de manier waarop er honderd jaar geleden in het theater werd gezongen, en houdt Hannigan die stem aan bij wijze van “authentieke interpretatie”?
Een ander bezwaar is het stempel dat Hannigan erop drukt. Op eerdere albums – zo mag je haar cd’s met hun popgerichte marketing en discrete concept-opbouw toch wel noemen – zong ze alles zelf. Nu zingt ze maar in vier van de twaalf nummers. Waarom staat dan toch haar naam zo pontificaal bovenaan? Omdat ze LUDWIG in de instrumentale nummers ook dirigeert? Dat staat er niet op, er staat alleen “soprano” achter haar naam. En al dirigeert ze wel, dat maakt je niet de ster. Toch niet bij betrekkelijk eenvoudige dansmuziek, waarbij het tempo constant moet blijven…
Begrijp me niet verkeerd: als je, net als ik, fan bent kun je deze plaat rustig kopen. Wat de musici doen, doen ze over het algemeen goed, en hoe populair het repertoire ook is, het is gevarieerd en het staat als een huis. Het is prachtig om naar te luisteren, en evengoed prachtig als achtergrondmuziek bij een feestje (van je ouders?) of in de auto. Maar als je fan bent en je koopt het schijfje, bereid je dan wel voor op een paar teleurstellingen.