Vrijdag, bij het concert van Zwerm, hoorde je grijze avant-gardepuristen al klagen: veel te populair, die muziek. Datzelfde publiek heeft vast niet genoten van het laatavondconcert zaterdag. Sterker nog: ik zag verschillende vijftigplussers de zaal uitlopen. De jongeren bleven rustig zitten voor een onbeschaamd tonaal muziekuurtje op de grens van avant-garde minimal en EDM.
Volgens de festivalgids was de muziek een samenwerking tussen cellist Maarten Vos en computernerd Greg Haines. We kregen echter alleen Vos te zien, die tussen het cellospelen door ook de knoppen bediende. Helaas kregen we er geen programma bij, zodat we over de rol van Haines verder in het duister tasten.
We weten om dezelfde reden ook niet welke stukken er zijn uitgevoerd. Het programma was in elk geval heterogeen. Er waren stukken bij waarin verschillende melodielijnen subtiel over elkaar heen werden gesampled, opgestapeld tot er een ingewikkelde dissonante structuur ontstond, maar er was ook een typisch loungestuk, met een zompige beat en ontspannen bliepjes, waarin de cello maar een kleine rol speelde. Een andere keer klonk er een breakbeatcompositie. Op zulke momenten had je het gevoel in een of andere club te zijn, zeker met de hipsters (baard-knot-bril) die in de zaal zaten.
De meeste indruk maakten de koraalachtige texturen, waarin de opgestapelde cellolijnen als een homofoon strijkkwartet gingen klinken. Ik had de indruk dat de inspiratie rechtstreeks bij Beethoven vandaag kwam, en wel uit zijn Heiliger Dankgesang.
De meeste concertgangers (althans zij die niet waren weggelopen) waren het over één ding wel eens: we hebben mooie klanken gehoord, ook al waren de inzetten niet altijd gelijk. Wat we van het hele concert moeten vinden, daar kom ik niet uit. Moeten we Maarten Vos prijzen omdat hij zoveel stijlen beheerst, of miste het concert samenhang? Is de crossover naar de EDM (elektronische dansmuziek) een goedkoop lonken naar een groot publiek of een gedurfde verkenning van een nieuw grensgebied? Ik geef hem het voordeel van de twijfel. Liever een beetje te veel pop dan dat de Muziekweek een exclusief piepknorreservaat wordt.