Dit jaar schrijf ik een geschiedenis van de Nederlandstalige popmuziek in honderd chronologische stukjes, steeds geconcentreerd rondom één nummer. Vandaag deel 36.
En deel 36 is de eerste aflevering in acht weken waarin een Belgisch nummer centraal staat. Onlangs vroeg een Vlaamse lezer van mijn weblog zich af waarom er alleen nog maar Nederlandse acts langskwamen. Werd er dan in de jaren tachtig geen interessante Nederlandstalige Belpop gemaakt?
Dat wel, maar het meeste gebeurde toch in Nederland. Daar kwam de rage op elk niveau op gang, zoals we de afgelopen weken konden zien. Een overvloed aan bands meldde zich, van hitparade tot underground, en hun nummers zijn klassiek geworden. Sterker nog: Doe Maar, Toontje Lager en Het Goede Doel haalden ook in Vlaanderen hits.
En daarbij: het blijft mijn rubriek. Iedere geschiedenis moet kiezen uit de beschikbare gegevens en die keuze weerspiegelt je persoonlijke achtergrond. Ik ben nu eenmaal Nederlander, en zodoende ken ik meer Nederlandse dan Vlaamse acts. Bovendien kan ik van acts uit Nederland veel beter de plaats, invloed en betekenis inschatten dan van acts uit België. Natuurlijk probeer ik deze rubriek zo neutraal mogelijk te houden – mijn opzet was om de Nederlandstalige pop over de volle breedte te bestrijken – maar mijn standplaatsgebondenheid hef ik niet zomaar op.
Maar goed, terug naar Vlaanderen dus. Deze regio is intussen flink wakker gekust. Jarenlang leek het of de revolutionaire geest maar geen vat kon krijgen op dit katholieke gebied, maar binnen een paar jaar tijd is de kerk een subcultuur geworden, vooral iets voor oudere madammekes op het platteland.
Net als in heel West-Europa is ook hier de popcultuur de nieuwe religie: films, boeken en muziek. Geholpen door initiatieven als Humo’s Rock Rally (zie aflevering 20) heeft Vlaanderen nu een gezonde popscene. Sterker nog: de Belpop kan onderhand serieus gaan concurreren met muziek uit omringende landen. Onder invloed van Engeland, Duitsland en Nederland wordt de new wave in Vlaanderen populair. Meestal zingen de bands in het Engels (denk alleen maar aan de 2 Belgen, bekend van “Lena“), maar ook het Nederlands is een optie. Bijvoorbeeld voor Arbeid Adelt!, een band rond een stel Vlaamse studenten in Brussel.
De keuze voor de eigen taal was ongetwijfeld beïnvloed door de Noorderburen. Muzikaal nam Arbeid Adelt! echter niet veel over van die radiovriendelijke grootheden. Hun muziek is hoekig, artistiekerig en soms ronduit vaag. Vandaag bespreken we dan maar “Stroom”, een van hun minder eigenaardige liedjes en hun enige hit:
We horen gitaar en slagwerk, geen synthesizer. Nou ja, kan gebeuren. Wat dat betreft wijkt dit liedje misschien iets af van hun andere werk.
Opvallender is het tempo. Je hebt het gevoel dat het liedje te traag loopt, of althans dat de musici op het punt staan om gas te geven en weg te knallen. Dat komt door het onnatuurlijke drumpatroon, en door de ook niet zo natuurlijke baslijn.
Waarschijnlijk wordt hier een genre op de hak genomen: de ballad. Het slepende tempo, de vrouwelijke zanglijnen die door een donkerbruine mannenstem na worden gesproken, het doet allemaal erg romantisch aan. Maar door de ongemakkelijke groove voelt het meteen ironisch.
Als het een ballad moet voorstellen, dan zal de tekst wel romantisch zijn, of quasi-romantisch. We zijn dus geneigd om achter de tekst over “stroomverbruik” een liefdesmetafoor te zoeken.
Als ik je nu eens ging ruilen
Tegen eentje met plastic erbij
Dan verbruik ik
minder stroom.
Bent u daar nog? Ik kan er geen chocola van maken…
Áls Arbeid Adelt! al lijkt op een band die we eerder in deze rubriek behandeld hebben, dan is het De Div (aflevering 34). Beide bands maken een eigen versie van de new wave, die niet zo gemakkelijk in het gehoor ligt en duidelijke artistieke bedoelingen verraadt.
Maar waarom werd Arbeid Adelt! dan zoveel succesvoller? Want ja, ze hadden succes. Ik heb het niet over dat ene plaatje dat precies één weekje op nummer 40 in Vlaamse hitparade stond. Onderkanten van hitlijsten staan vol met toevalstreffers. Maar waar De Div zo goed als vergeten is, werd Arbeid Adelt! bijna alleen maar bekender. Iedere Vlaming (bij wijze van spreken) kent de band van naam, en veel mensen kunnen één of twee liedjes meezingen. Een reünie in 2015 werd een behoorlijk succes.
Gedeeltelijk komt dat door de faam van de bandleden. Vooral Marcel Vanthilt onderhield na zijn muziekloopbaan vakkundig zijn status van Bekende Vlaming. Hij kwam in heel Europa als vj op televisie voor MTV Europe en is nog altijd geregeld bij de VRT te zien.
Echter: zouden de Vlamingen hem alleen van de tv kennen, dan brachten ze hem niet met Arbeid Adelt! in verband. Bovendien stond deze band niet op zichzelf. Ook andere Vlaamse bands, zoals de genoemde 2 Belgen, maakten rond 1985 furore met een hoekig, schurend geluid. Niet radiovriendelijk, toch succesvol. Vlaanderen was blijkbaar toe aan uitdagende muziek van eigen bodem, en zij die het brachten worden als helden gekoesterd.
Nederlandstalige popmuziek zou in Vlaanderen nog veel populairder worden. Binnen een paar jaar groeide het uit tot een rage die nauwelijks onderdeed voor de perikelen rond Doe Maar. De scherpe randjes gingen er toen wel vanaf. Wordt dus vervolgd…